De securitycontrole op Schiphol deed me onwillekeurig denken aan Das Experiment, de film gebaseerd op het Stanford-gevangenisexperiment. Het experiment bestond uit een rollenspel. Een groep proefpersonen werd gesplitst in 2 groepen: gevangenen en bewakers. Daarna werd hun gedrag geobserveerd. De verwachte uitkomst was dat de cipiers steeds inhumaner en controlerender zouden worden. Het experiment bevestigde dat. Maar het experiment was beïnvloed. Inmiddels is bekend dat er heel veel werd gemanipuleerd om de verwachte uitkomst te bereiken. Mensen ‘schikken’ zich niet vanzelf naar hun rol.
De vliegveldsecurity functioneert als de groep cipiers uit het experiment. Gemanipuleerd en al. Al wordt daar in het geval van de security een vriendelijker woord aan gegeven: opgeleid.
De securitywasstraat begint bij de mensenverdelers: de mensen die zeggen naar welke bagageband/mensenscanner je moet gaan. Sommige verdelers kijken ronduit woest uit hun ogen langs je heen. Die lui hebben erin gestampt gekregen dat het vliegvolk niet te vertrouwen is. Daarmee kennen ze hun rol.
Het verschil tussen een rol hebben (in naam) en een rol kennen is waarschijnlijk vergelijkbaar met het verschil tussen intuïtie en kennis verwerven. Of kennis erin gestampt krijgen. Vertrouw niemand.
Na de mensenverdelers kom je bij de bagageverdelers. Dat zijn de mensen die zorgen dat je je hele hebben en houwen in bakken doet, je broekzakken leegt en je riem afdoet. Daarna schuif je door naar de mensenscanmensen. Indien nodig zullen zij je ook fouilleren. Je bagage gaat ondertussen langs de bagagescanmensen. Een variant op videobewaking: het werk bestaat uit naar een beeldscherm kijken. Het zijn alleen geen beelden van mensen, maar van voorwerpen in de tas. Als er iets verdachts tussen zit dan gaat de tas door naar de inspecteur. Hij opent de tas en controleert de verdachte inhoud. En dat alles onder het motto: vertrouw niemand.
Er zijn protocollen opgesteld en daar hebben alle securitymedewerkers zich aan te houden. Hun opdracht is 100% taakgericht. Ergens ben ik blij dat ze niet zijn vervangen door robots. Het zijn tenminste nog mensen. Hoewel je daarover kan discussiëren. Ze zijn vooral hun taak. En daar hebben ze zich niet vanzelf naar gevoegd. Ze zijn opgeleid. Geprogrammeerd.
Ik snap dat dit de manier is waarop het werk is vormgegeven en georganiseerd. Vliegtuigen zijn geclassificeerd als ‘hoog risico’. Kwaadwillenden mogen geen kans krijgen. Daarom zijn de stappen/taken in het proces zo strak mogelijk afgesteld: om controle te hebben op de uitkomst van het proces.
Toch hou ik niet van de securitywasstraat. Er is ongetwijfeld vliegvolk dat blij is met deze checks, omdat die mensen er een gevoel van veiligheid door krijgen. Mij geeft het echter een onveilig gevoel. Zodra ik de woest ogende mensenverdelers zie dan vraag ik me af waarom ik mezelf dit aandoe. Misschien moet ik nooit meer vliegen, denk ik dan. Voor mezelf, maar ook uit protest tegen dit soort doorgefokte protocollen.
Het ligt aan mij. In de securitywasstraat speelt mijn kafkaeske fobie op. Als individu ben je machteloos tegenover het systeem. Je begint niets tegen een securityprotocol. Als iets in het systeem jou eruit pikt dan kun je er niets tegen doen. Daarom zou ik niet graag nu naar Amerika vliegen. Met alle Trumpiaanse securityprotocollen.
Op Schiphol kwam ik de wasstraat gelukkig weer goed door. Anderhalf uur later werd er geboard. En ook dat was te danken aan allerlei strak afgestelde protocollen en procedures. Die enorme georganiseerdheid is de enige manier om een vliegtuig op tijd te kunnen laten vertrekken. Dus ik snap het echt wel. Zonder strakke procedures en protocollen zou het chaos zijn.
Dat ik het allemaal wel snap, doet niets af aan mijn kafkaeske fobie voor de securitywasstraat. Daarom schoot de gedachte door mijn hoofd heen om de securitywasstraat te reorganiseren in zelforganiserende teams. Het doel van de wasstraat zou hetzelfde blijven: de veiligheid garanderen. De strategische aanpak zou ieder team zelf mogen definiëren.
In de huidige situatie zullen de teams waarschijnlijk naar taakgebied zijn geformeerd. Dus alle mensenverdelers zitten in een team, alle bagageverdelers zitten in een team, enzovoort. Bovenop ieder team zit dan weer een teamleider die zijn mensen in hun taak drilt. De zelforganiserende teams zouden daarentegen uit multidisciplinaire teams bestaan, dus iedere rol zou erin vertegenwoordigd zijn. De verschillende rollen zouden elkaar moeten bijsturen. Dat is hoe het werkt in een zelforganiserend team. Bovendien zouden ze met elkaar een aanpak moeten definiëren.
Wie weet zou één van de teams een blije strategie ontwikkelen. ‘Wij willen met een overdosis aan menselijke vriendelijkheid het luchtruim veilig houden.’ Ik zie mezelf daar al in de rij staan. Van verre met een glimlach verwelkomd worden door iemand die plezier heeft in zijn werk. Zoals de bagage-inladers en bagage-uitladers plezier kunnen hebben wanneer ze met koffers gooien om te laten zien dat het ze geen enkele moeite kost. Om indruk te maken op hun collega’s. De reizigers zien dat gedrag het liefste aan banden gelegd, maar het is wel het pleziertje dat ze hebben.
Een securitywasstraat die hoog scoort op werkplezier. Dat klinkt als een paradox. Het plezier van het team met de blije strategie zal ook wel over zijn nadat de ze de eerste kwaadwillende door de mazen van het net hebben laten glippen omdat ze hem op zijn blauwe ogen geloofden. Ik snap dat we dat niet willen. Ik snap dat de strenge protocollen een doel dienen. En toch kan ik het niet helpen om te denken dat we het ook niet willen zoals het nu gaat. Niet alleen omwille van min kafkaeske fobie. Ook omdat de securitymensen er bijna altijd diepongelukkig uitzien. Misschien dat we hen ook eens met een koffer zouden moeten laten gooien. Kofferwerpen is goed voor het werkplezier.