Ik had een aanname bij de naam Flevoland, maar die bleek verkeerd. Misschien was er na de drooglegging van de polder een prijsvraag uitgeschreven en kon iedereen zijn beste voorstel voor een provincienaam doen. Zoiets. Ik dacht dat de naam verzonnen was en dat Flevo had gewonnen omdat het klonk als LEGO. Flevoland als een superieur stukje legolegacy: het was gemaakt. Het was gemaakt omdat iemand een idee had gehad en dat ging maken. Zoals je vroeger deed met lego.
Dat was mijn aanname bij Flevoland: nieuw land en dus een nieuwe naam. Het tegenovergestelde is waar. Flevo is afgeleid van het voormalige Flevomeer. En dat stamt af van het Latijnse Lacus Flevo. Niks nieuws aan die naam.
Voor de rest is wel alles nieuw. De steden zijn ook nieuw. Over Almere en Lelystad heb ik altijd gehoord dat ze iets missen. Dat er voorzieningen zijn, maar dat ze niet samenkomen in een echt centrum. Iets wat voelt als het hart van de stad. Er zou iets missen in de stedelijke ruimte. In de mix van afwisseling in bebouwing, ijkpunten in de stad, historie, pleinen, monumenten, open ruimte, gesloten ruimte. Er is een teveel aan ruimte. Het is allemaal ruim opgezet. Dat was en is het Unique Selling Point van Flevoland. In het stedelijke hart pakt dat misschien wat minder goed uit. Daar willen mensen zich omarmd voelen.
Flevoland is de provincie van de ruimte. Er staan geen geluidswallen langs de A6. En dat is heerlijk. Langs de provinciale wegen is het nog opgeruimder. In heel Nederland is er minder gedoe langs de provinciale wegen, maar Flevoland wint het van de rest van Nederland. Je wordt niet doodgegooid met snelheidsborden of lantaarnpalen. Langs alles wat verder naar beneden staat in de wegenhiërarchie, zoals de landweggetjes, is het nog leger. Misschien komt dat gevoel ook wel doordat je geen verdwaalde huizen ziet. Of kleine dorpjes waar je ineens doorheen rijdt. Bewoning is geconcentreerd in aangewezen kernen. Strikt gescheiden van de onbebouwde ruimte. En er is geen historie waarin deze regels niet bestonden. In de rest van Nederland is daardoor overal wel wat gebouwd. Zo af en toe voelen de Flevolandse wegen aan als Route 66. In Flevoland kun je je in de middle of nowhere voelen. En dat is een unicum in Nederland.
Er is veel land art in Flevoland. En dat snap ik. Het past. De identiteit van Flevoland is nieuw land. Bovendien, maar dat is een aanname die verkeerd kan zijn, zijn er vooral in Flevoland stukken land waar niemand woont, omdat de bewoning van begin af aan is gecoördineerd. Daarom zijn land en uitgestrekt landschap kenmerkend voor Flevoland. Net als de wind. Het waait er altijd. In dit open landschap dat aan het Markermeer ligt.
Ik snap dat landschapskunst hier een als vanzelfsprekende voorkeur genoot. Al onderstreept het dat er veel aandacht uitging naar het nieuwe land. Aandacht die niet naar de steden ging. Hier werd het land verrijkt.
Het groen langs die wegen houdt de balans tussen net aangeplant en ongecultiveerd. Over 50 jaar voelt het waarschijnlijk nog steeds hetzelfde. Zo is het landschap hier bedacht. Weids. Er moet niet teveel in de weg staan.
Er zijn ook heel veel windmolens. Omdat er veel wind is, maar misschien ook omdat er veel plekken zijn waar niemand woont en er daardoor geen bezwaren zijn. Bovendien past het bij de identiteit van Flevoland als legolagacy: deze provincie bestaat dankzij technologie en omarmt om die reden ook de technologie. Waar je in de rest van Nederland vaak op wat verdwaalde windmolens stuit, die voor je gevoel het landschap vervuilen, voelen ze in Flevoland haast aan als land art. Ze passen in de weidsheid en ze komen in aantallen die niet verdwaald voelen, maar indruk maken. De uitdaging bij de officiële land art is dat veel ervan het beste uitkomt wanneer je het vanuit de lucht ziet. De zwermen windmolens zijn een fantastisch gezicht vanaf de grond.
Het bekendste kunstwerk is waarschijnlijk de groene kathedraal. ‘Gebouwd’ met populieren in plaats van steen, maar met de contouren van een kathedraal. De kunstenaar zag de gotische kathedraal als het hoogtepunt van het menselijk kunnen, net als het droogleggen van Flevoland. Ik vind dat een mooie analogie. Passend bij de identiteit van Flevoland, waar nieuwe dingen worden omarmd. Waar ruimte is voor nieuwe dingen.
Het landschap voelt vrij, maar hetzelfde geldt bijvoorbeeld voor het woongebied Oosterwold. Geweldig dat iedereen daar vrij mag bouwen, naar eigen ontwerp. Het zorgt voor een geweldige, inspirerende afwisseling. Mijn favoriet was de UFO. Het enige minpunt is dat alle voorzieningen zo ver weg zijn.
De UFO-woning was te zien vanaf het pad dat naar de groene kathedraal leidde. Een pad waar je blijkbaar met de auto overheen mocht. Wat ik in Italië of Spanje waarschijnlijk meteen had begrepen, maar hier niet. Dit is toch Nederland, waar iedere weg breed genoeg is voor auto’s om elkaar te passeren. Dit was een serie betonplaten. Aan elkaar geregen tot weg. Ook dat zie je veel in Flevoland en weinig in de rest van Nederland. Ook daarin is Flevoland vooruitstrevend, want het is een goed alternatief voor asfalt. De tegels kun je wippen wanneer je eronder moet zijn voor leidingwerk. Je kunt ze makkelijk vervangen of hergebruiken. Het zijn prefab platen: de wegen kunnen snel en efficiënt aangelegd worden. Een legoweg.
Flevoland. Ik zou er niet willen wonen, maar het is een fantastische provincie om doorheen te rijden. Let op: ik bedoel dit goed. Toen ik tijdens een trip door Flevoland zei dat ik hier misschien wel wat over wilde schrijven, wees een vriendin me op de gevaren. Hoewel die wel meevallen, omdat ik amper mensen in Flevoland ken. Ze zei: het kan zijn dat mensen in Flevoland zich heel beledigd voelen. Bij die blogs over Amsterdam heb je dat ook. Dan is er weer een expat die er iets over schrijft en al die Amsterdammers voelen zich beledigd omdat de expat niet weet hoe het er echt is.
Ik weet niet hoe het is om in Flevoland te wonen, dat klopt. Maar ik ben zeg maar wel van de ouderwetse voorzieningen en lagen historie. De stadskernen trekken me hier niet. Zoals gezegd wilde ik niet beledigen, maar wilde ik juist complimenteren: het nieuwe land heeft me verrast. Aangezien ik op dit moment niet graag naar Amerika zou gaan, hoe graag ik ook over de befaamde Route 66 zou toeren, denk ik dat ik van de zomer nog maar eens een trip door Flevoland moet maken. Geen geluidswallen. Dat is een geweldig iets.